Advent, een periode van Verlangen
Al sinds ik met in de magische tijd van de 13 Heilige Nachten verdiep, weet ik dat de tijd die daaraan voorafgaat de Advent periode, minstens zo belangrijk is. Het lukt me veelal niet om juist in die drukke tijd van het jaar al gas terug te nemen, temeer ik me echt wil kunnen terug trekken vanaf Kerstavond, de periode dat de 13 Heilige Nachten starten.
Dit jaar is het anders, na een intens Lorelei en een wellicht nog intensere periode van het leeghalen van mijn ouderlijkhuis, ben ik sinds oktober al aan het uitdrijven. Ik pak geen nieuwe projecten meer op en ben weinig actief naar buiten. Een mooie gelegenheid dus om me meer te verdiepen in de betekenis van Advent.
Advent' betekent in het Latijn 'komst' en in het kerkelijk Latijn: uitzien naar die komst, met verwachting en verlangen. We beginnen dus aan een hoopvolle tijd.
En ik lees: We zijn steeds onderweg in ons leven, met ups en downs. Onderweg zijn betekent ergens naartoe gaan, het is verwachten, uitzien naar iets, verlangen. Dat wordt opgeroepen in de advent, maar verwachting staat ook centraal in elk mensenleven. We zijn verlangende mensen, steeds weer zien we uit naar iets anders. Wie niets meer heeft om naar uit te zien, leeft niet echt, hij is als een dode. "Alleen verwachting geeft spanning aan het leven. Wie niets verwacht in het leven is als een boog zonder koord. Verwachting ligt in het leven zelf.
Wie mijn boek heeft gelezen kent het belang van verlangen. En ik was dan ook geraakt door deze parallel.
Deze tijd vraagt waakzaamheid, waken is niet gelijk aan wachten en niets doen. Het is verwachten, uitzien naar de toekomst op een actieve manier. Crisissituaties zijn onvermijdelijke en vruchtbare gebeurtenissen in de geschiedenis van mens en mensheid. Het gevaar bestaat er echter in dat mensen zich in die crisis gaan opsluiten in de overtuiging dat er 'toch niets meer aan te doen' is. Onze wereld kan een advent best gebruiken om terug te leren hopen, uitzien en verwachten. Niet passief afwachten, maar actief meewerken aan een betere toekomst, waarin toch niet alles van onszelf komt, maar ons gegeven wordt van elders.
Ik ben geraakt door de woorden want in al die waakzaamheid en wachten van het afgelopen jaar, merk ik dat ik mijn persoonlijke verlangens in de koelkast heb gezet. Ik merk dat ik het werk als coach en workshop gever niet echt mis, dat het kluizenaarsleven me prima bevalt. Dat ik niet meer zonodig iets wil ondernemen of oppakken. Dat ik meer dan genoeg heb om louter te Zijn. Maar ja om nou de rest van mijn leven uit te drijven is ook zo wat.
En dus steek ik vandaag de kaars aan om me te herinneren, hoopvol en vol verwachting naar het nieuwe wat komen gaat.